| NEWS | WORKS | TEXTS | CV | CONTACT |

Artist Statement

Ik werk met portret. Beelden van klei gebaseerd op diverse thema's.

Een aantal jaren heb ik gewerkt met series portretten met als uitgangspunt verschillende (historische) denkbeelden over de relaties tussen het uiterlijk en het innerlijk. Ik heb bijvoorbeeld series werken gemaakt over Fysiognomie en over de Vier Temperamenten, theorieën die mensen op grond van hun uiterlijk of karakter indelen in verschillende categorieën.

Daar uit voortvloeiend heb ik in recente jaren werk gemaakt dat meer specifiek handelt over de slachtoffers van deze en andere categoriserende systemen.

Ik heb een serie werken gemaakt over mensen die tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn gearresteerd door de Gestapo in Wenen op grond van "verdenking van werk weigeren" of "verboden omgang". Deze Poolse en Russische arbeidsimmigranten waren destijds simpelweg op het verkeerde moment op de verkeerde plaats.

Middels het portretteren van deze mensen wil ik onze houding t.o.v. de Ander onderzoeken. De Ander als vreemdeling, als vriend of vijand, concurrent of ongewenste gast.

In mijn serie over "rasbiologie" oftewel eugenetica, heb ik gebruik gemaakt van het archief van het Zweedse "Statens institut för rasbiologi" dat tussen 1921 en 1958 honderdduizenden mensen heeft gefotografeerd, opgemeten, beschreven en gecategoriseerd volgens "ras". Tot in de jaren 60 zijn er in Zweden mensen gedwongen gesteriliseerd omdat ze op de een of andere manier "onder de maat" waren.

In deze portretten probeer ik zo dicht mogelijk te komen bij degene die ik afbeeld. Een portret waarbij ik me probeer in te leven in degene die ik voor me zie. Het materiaal dat ik heb, is meestal beperkt. Een enkele of een paar foto's, misschien een korte beschrijving. De context en een sensitief portret moeten het werk doen, en eventueel de korte beschrijving als die bij het uitgangsmateriaal beschikbaar is. Liever een understatement dan een schreeuwerige boodschap. De beelden verlevendig ik door ze te beschilderen met waterverf.

Mijn werk gaat over slachtoffers, buitenstaanders wellicht. Op de een of andere manier kan ik me verbonden voelen met hun lot, hoever misschien ook van het mijne verwijderd. Een gevoel van buitengesloten zijn, anders zijn, een observant eerder dan deelnemer, dat heeft de emotionele laag in mijn werk gevormd. En een angst voor fysiek of psychisch geweld.

In een nieuwe serie "French Children of the Holocaust" portretteer ik Joodse kinderen die door de nazi's zijn afgevoerd naar Auschwitz. Slechts enkeling is teruggekomen. Voor mij is dit werk zeer actueel sinds ik zelf kinderen heb. Ondanks mijn afschuw en onbegrip probeer ik een voorstelling te maken van lot van deze Joodse kinderen.

Ik wil dat deze mensen weer gezien worden. Dat er nagedacht wordt over hun lot. Dat hun waardigheid wordt hersteld, hun geschiedenis een gezicht krijgt en wordt geëvalueerd. Het is een stellingname tegen opkomende vreemdelingenhaat.

Recentelijk ben ik weer gaan tekenen. Grote abstracte tekeningen in houtskool op papier. De emotionele lagen in mijn werk krijgt hier gestalte in een bijna tastbare benadering.

 

 

Tekst Elsa Ploeger:

De Portretten van Gert Germeraad in een kunsthistorisch perspectief

Gert Germeraad (Utrecht, 1959) is gefascineerd door portretten: afbeeldingen van mensen in heden en verleden, gezichtsuitdrukkingen, emoties en specifieke fysieke kenmerken.
Hij stelt zich hierbij een aantal vragen. Waarom maken kunstenaars vandaag de dag portretten en waarom deden zij dit in het verleden? Welke waarden moet het portret uitdragen en welke uiterlijke kenmerken worden er gebruikt om dit te verwezenlijken? De oorspronkelijke functie van het portret is door de eeuwen heen niet veranderd; het gaat er niet alleen om een persoonlijkheid in een portret vast te leggen, maar ook om iemands sociale positie en trots weer te geven.

In de Griekse en Romeinse oudheid werd een portret van een leider gebruikt om zijn uiterlijk en leiderschapskwaliteiten kenbaar te maken aan zijn onderdanen (afb. 1). Dat het verdoezelen van de minder mooie eigenschappen van een keizer en het verfraaien van diens uiterlijk de propaganda ten goede kwam moge duidelijk zijn. Om bekendheid te geven aan het portret werd dit afgedrukt op munten, een voorwerp dat vrijwel iedereen dagelijks in handen had. Vandaag de dag worden leidersportretten nog steeds op grote schaal verspreid en rondgedragen, zoals in het Midden-Oosten.

Niet alleen leiders werden in de oudheid geportretteerd, er zijn in de Romeins-Egyptische stad Fayum realistische portretten gevonden in graftomben waarop ‘gewone’ mensen zijn afgebeeld (afb.2). Deze portretten werden op de mummie van de gestorvene gelegd op de plaats van het hoofd. Waarschijnlijk dacht men dat door het lichaam en de afbeelding van het gezicht te bewaren een persoon kon voortleven.

Het weergeven van een identiteit is voor Germeraad vooral belangrijk bij portretten die hij in opdracht maakt. Daarnaast houdt hij zich voornamelijk bezig met andere vragen die bij afbeeldingen van personen gesteld kunnen worden, zoals: Welke theorieën over het portret en fysieke voorkomens zijn er in de loop van de eeuwen geweest? Valt een innerlijke gemoedstoestand af te lezen aan het uiterlijk? En welke middelen gebruikt een kunstenaar om dit weer te geven?

Tweevoudige invalshoek

Om op deze vragen antwoorden te kunnen vinden houdt Germeraad zich met twee zaken bezig. Enerzijds bestudeert hij fysiognomische theorieën die in de loop van de eeuwen zijn ontstaan. Deze theorieën beschrijven hoe persoonlijkheid aan het uiterlijk afgelezen zou kunnen worden. Uitgangspunt voor zijn werk zijn echter tweedimensionale beelden zoals tekeningen, prenten en foto’s, waarbij de theorieën als leidraad voor het thema gebruikt worden. Germeraad vertaalt deze afbeeldingen naar portretkoppen van keramiek die beschilderd worden, en zo nu en dan in brons.

De beelden zijn geen letterlijke vertaling van het platte beeld. Hij verwerkt de ene keer meerdere foto’s tot één beeld, of gebruikt andersom één foto waarnaar hij meerdere beelden met verschillende gezichtsuitdrukkingen vervaardigd. Door te werken in series krijgen de beelden onderlinge samenhang. Ook heeft hij in een onderzoek naar het zelfbeeld van kunstenaars sculpturen naar zelfportretten van kunstenaars als Philip Akkerman en Egon Schiele gemaakt. Dit zijn geen kopieën maar eerder eigen vrije interpretaties, waarin de manier waarop deze kunstenaars naar hun kunstenaarsschap kijken hem vooral boeit.

Zoals hierboven genoemd is één van de theorieën waar Germeraad zich als kunstenaar mee bezighoudt de fysiognomie, de leer die bepaalde karaktereigenschappen aan uiterlijke kenmerken verbindt, zo werden bijvoorbeeld een stevige kaak en doorlopende wenkbrauwen als kenmerkende fysieke eigenschappen voor een crimineel gezien. Deze theorie werd door de Nazi’s misbruikt om op grond van uiterlijke kenmerken rassen als minderwaardig te duiden, en het eigen als superieur. Hoewel deze theorieën tegenwoordig in de ban zijn gedaan, bestaan hieraan verbonden vooroordelen natuurlijk nog wel. Germeraad maakt portretkoppen naar teksten in dergelijke boeken als: ‘Een hard en streng karakter herkent men aan een dunne bovenlip.’ Hij onderzoekt zo in hoeverre die vooroordelen nog steeds voor de beschouwer leven.

Het verbinden van uiterlijke kenmerken aan karakter-eigenschappen werd niet alleen toegepast in de vorige eeuw. In de vijftiende eeuw werden boeren op zeer onaantrekkelijke wijze geportretteerd, men had blijkbaar nogal een negatief beeld van deze weinig verfijnde groep (afb. 3). Ook in latere eeuwen waren er bepaalde theorieën over het uiterlijk. Zo verscheen in 1718 in Leeuwarden het Neusboekje, waarin voor elk type neus de karaktereigenschappen werden gegeven. Een grote neus wees op een persoon die zijn lusten niet kon bedwingen (afb. 4). Kunstenaars gebruikten dergelijke publicaties wel om een bepaald type neer te zetten, dat iedereen zou kunnen herkennen, zoals een haakneus voor een gemene vrouw of een dopneus voor een boer.

Portret van een man

Tussen 2004 en 2006 vervaardigde Germeraad de serie ‘Portret van een man’, waarin verschillende emoties bij één man zijn uitgebeeld. Deze serie koppen is gebaseerd op een studie van de Amerikaan Paul Ekman. Deze psycholoog heeft onderzoek gedaan naar verschillende basis-emoties als verdriet en woede, en is tot de conclusie gekomen dat deze over de hele wereld met dezelfde gezichtsuitdrukkingen geuit worden. De serie is niet afgerond, er kunnen nog meer portretkoppen bijkomen. Als uitgangspunt voor deze serie is één foto van een man gekozen, waarnaar de verschillende borstbeelden met ontblote schouders gemaakt zijn. Een terracotta beeld uit de collectie van het Rijksmuseum te Amsterdam uit de zestiende eeuw, dat gezien wordt als een van de oudste en meest bijzondere zelfportretten in sculptuur, heeft qua vorm invloed gehad op het ontstaan van deze beelden (afb. 5). Van der Schardt liet zich op zijn beurt weer inspireren door beelden uit de klassieke oudheid.

De Vier Temperamenten

In een andere serie heeft Germeraad De Vier Temperamenten uitgevoerd in keramische koppen. Dit thema is afkomstig van de schrijver Hippocrates uit de Griekse oudheid en werd (evenals de De Vier Elementen, De Vier Jaargetijden etc.) vanaf de vijftiende eeuw veelvuldig uitgebeeld (afb. 6). Men dacht dat ieder mens, afhankelijk zijn of haar lichaamssappen en het gesternte waaronder een individu geboren was, een bepaald temperament had, sanguinisch, flegmatisch, cholerisch of melancholisch. Een flegmatisch persoon had bijvoorbeeld veel slijm en was nogal traag in zijn doen en laten. Een sanguinisch persoon was warmbloedig en een levensgenieter. Cholerici waren ruziemakers en melancholici waren vaak depressief, dit werd veroorzaakt door hun overmaat aan zwarte gal. Aan het temperament werden allerlei eigenschappen toegeschreven. Zo werden bijvoorbeeld boeren vanaf de middeleeuwen wel in etende groepjes naar de vier temperamenten afgebeeld, de wijn heeft op elk temperament een andere uitwerking, melancholici braken bijvoorbeeld veel, cholerici gaan met elkaar op de vuist (afb. 7).
Voor een tweetal series koppen met de vier temperamenten als onderwerp heeft Germeraad foto’s gezocht die hij bij een bepaald temperament vindt horen, en deze samengevoegd tot één beeld. Welk beeld welk temperament bezit mag een ieder voor zich bepalen.

Eerdere werken

Zijn eerste serie figuratieve beelden maakte Germeraad naar voorbeelden uit 'Vier Bücher von menschlicher Proportion', boeken met prenten van de Duitse kunstenaar Albrecht Dürer(1471-1528) over proportieleer (afb. 8). In deze boeken doet Dürer verslag van zijn empirisch onderzoek naar menselijke verhoudingen en geeft hij de maten voor het weergeven van het ideale menselijke lichaam. Geometrie en het kunnen opmeten van verhoudingen vond men in die tijd zeer belangrijk, omdat men zo dacht het leven te kunnen doorgronden. Dürer maakte voor de mens een architectonische tekening, zoals die ook wel voor een bouwwerk gemaakt. Zijn doel was om de ideale verhoudingen weer te geven. Germeraad maakte in opdracht een beeld van deze, in de ogen van een Renaissance-kunstenaar, ideale vrouw.

Identiteit, emoties, fysiognomische theorieën over het uiterlijk en verhoudingsleer zijn thema’s die Germeraad wil uitbeelden in zijn keramische en bronzen beelden. Thema’s die de kunstenaar in de toekomst mogelijk nog verder wil uitwerken zijn beelden van mensen met een dubbele connotatie. Een terrorist wordt bijvoorbeeld verafschuwd door de westerse maatschappij, maar is in de ogen van zijn familie een held. Ook antihelden als de communistische Marinus van der Lubbe die in 1933 de Rijksdag in Berlijn in brand zou hebben gestoken intigreren hem, evenals slachtoffers van vernederingen. De mens in zijn verschillende uiterlijke en innerlijke gedaanten blijft voor hem een onuitputtelijke inspiratiebron.

Elsa Ploeger, 2007

 

 

Gert Germeraad - portraiture - texts

Tekst Karin Voogd:

'Stemmingen'

Egon Schiele, Weens kunstenaar uit het fin-de-siècle van de 19de eeuw stierf voor z'n dertigste aan de Spaanse griep. Live fast, die young, een kort gekweld leven is voor een kunstenaar bijna een proeve van kwaliteit. Het Wenen van Schiele kende een verstikkende burgerlijke moraal. De hysterische jongedames die bij Freud op de divan kwamen waren er slachtoffer van. Onder hypnose orakelden zij nooit hardop geuite seksuele fantasieën, bizarre dromen en schuttingtaal. Bij Schiele's tekeningen moest alles eruit. Schiele is passie,provocatie, huid die bijna openbarst onder de spanning van scherpe beenderen, knokkels en dikke aderen. Opengesperde ogen, opgezwollen geslachtsdelen, rood als kloppende teringwangen.

Gert Germeraad bouwt in de winter van 2001 aan een portret naar een tekening van Schiele in het Europees Keramisch Werkcentrum in Den Bosch. Vooraf stelt hij een schema op, berekent het aantal kilo's benodigde klei, het aantal werkdagen dat hij zich per kop wil toestaan. De geavanceerde keramiekwerkplaats met haar enorme ovens staan hem dertien weken ter beschikking. De tijd is krap; Germeraad werkt... koortsachtig? Entschüldigung, Bitte... Laten we de term 'koortsachtig' liever reserveren voor het illustere Weense voorbeeld. Eerder is er bij Germeraad sprake van een eigentijdse stress die elke ambtenaar of manager of andere droogstoppel treft. Hij kopieert als het ware de passie van Schiele. Kan hij verder afstaan van de man wiens werk gekopieerd wordt ? Misschien moet de vraag dan ook niet zijn, wat Germeraad met Schiele doet, maar liever wat Schiele met Germeraad doet.

gert germeraad - portraiture - self portrait Egon Schiele

Eerder vertaalde Germeraad tekeningen van Dürer in drie dimensies. Dürer lijkt veel meer een man van maat en rede. Hier liepen voor- en na-beeld mooi synchroon. Germeraad koos ervoor - na Dürer, de 18de eeuwse Zwitserse kunstenaar Lips en Fayoumportretten - studies te maken naar Schiele om 'persoonlijker' werk te maken. De Weense provocateur deed Germeraad wellicht twijfelen. Begon Germeraad zich te ergeren aan de keramiek, die aristocratische techniek, waarmee je een luxe-schaal van porselein kan fabriceren, maar ook een drol van klei in de oven een eeuwig leven kan geven? De koppen van Germeraad, meer dan een meter hoog en tientallen kilo's zwaar, dwingen respect af. Maar: "Wil ik wel dat respect, die aristocratie, en die esthetiek. Zou zo'n voddig tekeningetje zoals Schiele maakte, niet genoeg moeten zijn?", leek hij zich af te vragen.

Kort voor zijn vertrek naar Den Bosch maakt Germeraad een serie fotografische zelfportretten, waarin hij zich lijkt te hullen in stemmige rode en groene oxidekleurige dampen. Natuurlijk, in werkelijkheid niets meer dan diffuse verlichting van een gemiddeld appartement op een doordeweekse avond. Toch broeit er iets in dit geregelde bestaan in de 21ste eeuw. Eenmaal in Den Bosch, verlaat hij zijn oorspronkelijke schema's. In de archieven van het ekwc vol formules en stukjes besmeurde klei, experimenten van vroegere gasten, doet hij een spannende vondst. Cocktails van mineralen en oxides naar de receptuur van een Japanse keramist smeert hij over enkele nog maagdelijke kleikoppen. Tijdens het bakken doen ze de huid van de klei openbarsten en zo komt hij dichterbij het verderf, de perversiteit van zijn voorganger.

Van een preoccupatie met verhouding en maatvoering verlegde Germeraad zijn interesse naar temperamenten en humeuren. Over de serie portretten naar Dürer en Lips vroeg hij zich nog retorisch af: "Is zo'n man met stompe neus werkelijk een domme eenvoudige boer? Heeft de vrouw met de hangende oogleden een melancholiek temperament?" De nieuwe beelden zijn niet meer een weergave van de vermeende ideale maten van een kop of een commentaar op het onvervreemdbare karakter van de geportretteerde. Het werken naar een voorbeeld doet minder afstandelijk en rationeel aan. Tenslotte, wiens stemmingen zijn eigenlijk weergegeven? Die van Schiele of van Germeraad? Het keramische portret is poreuze materie geworden waar emoties doorheen razen, een lichaam dat zich niet af kan wenden van de atmosferen buiten hem en wiens innerlijke kwellingen als zuren sporen na laten op de aardewerken huid.

Karin Voogd,
2002

Back to top

© Gert Germeraad | info@gertgermeraad.eu | +46 (0)70 385 11 98

 

 

Gert Germeraad -Portraiture - Roman portraits

afb.1 Augustus of Primaporta
Vaticaans Museum, Rome

Gert Germeraad -Portraiture Fayoumportrait

afb. 2 Fayoumportret
ca. 100-300 na Chr.
Bijenwas op paneel

Gert Germeraad -Portraiture - monogrammist

afb. 3 Monogrammist IE
halffiguur met worst
ca. 1480, kopergravure

Gert Germeraad -Portraiture - Sweden

afb. 4 Titelpagina
neusboekje 1718
Nieuw Worckumer Almanach, Leeuwarden

Gert Germeraad -Portraiture - Van der Schardt

afb. 5 Johan Gregor van der Schardt
zelfportret, beschilderd terracotta, ca. 1575
collectie Rijksmuseum, Amsterdam

Gert Germeraad -Portraiture - vier temperamenten

afb. 6 De vier temperamenten
houtsnede
kunstenaar en datering onbekend

Gert Germeraad -Portraiture - 4 temperamenten

afb. 7 Erhard Schön
Illustratie bij 'Die vier wunderberlichen eugenschafft und würkung des weins', 1528, houtnede

Gert Germeraad -Portraiture - Albrecht Dürer

afb. 8 Albrecht Dürer
Constructietekening van een vrouw staand en zittend.
Dresdener Schetsboek

Gert Germeraad - Portraiture - Charles le Brun

Charles le Brun

Gert Germeraad - Portraiture - J.H. Lips / J.C.Lavater

J.H. Lips/ J.C.Lavater

Gert Germeraad - Portraiture - Phrenology accordingto Joseph Gall

Phrenology volgens
Joseph Gall

Gert Germeraad - Portraiture - Physiognomy according to Bürger and Nöttling

Physiognomy volgens de Duitse auteurs Bürger & Nöttling (1958)

Gert Germeraad - Portraiture - science in the 20th century

Wetenschap in de 20e eeuw

Gert Germeraad - Portraiture - selfportrait Egon Schiele

zelfportret van Egon Schiele

Gert Germeraad - Portraiture - selfportrait Philip Akkerman

zelfportret van
Philip Akkerman